Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Alzo zijn mij [7]maanden der [8]ijdelheid ten erve [9]geworden, en nachten der moeite [10]zijn mij voorbereid. 7. Hebreeuws, Ik ben gemaakt te erven voor mij maanden der ijdelheid. Hieruit blijkt dat Job enige maanden in dit verdriet geweest is. Vergelijk onder, hfdst.29 vs.2. 8. Dat is, die zeer ijdel, moeilijk en verdrietig zijn geweest. Vergelijk onder, vs.16, en hfdst.15 vs.31. 9. Hij wil zeggen dat zijn arbeid en lijden zwaarder is dan van den knecht en den dagloner, want deze met het einde des werks en met den nacht rust krijgen, daar hem de kwalen zelfs ook in de nachten bijbleven. 10. Hebreeuws, hebben mij voorbereid. Zie boven, hfdst.4 vs.19.